Voor Gemeenten

GWZ gaat uit van een eenvoudig en werkbaar organisatiemodel, dat bestaat uit een kern van drie belangrijke zorgpartners in de thuissituatie. Bij cliënten die (nog) niet in beeld zijn bij de wijkzorg, kan de GWZ-samenwerking ook gestart worden met (in plaats van de wijkverpleegkundige) een andere generalistische discipline. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een POH-ouderenzorg, een medewerker huishoudelijke zorg, een ouderenadviseur of een lid van het wijkteam. Ook hier is deze discipline vooral verantwoordelijk voor de (vroeg)signalering van een zorgvraag bij een cliënt, waarna de samenwerking met de fysio- of oefentherapie en ergotherapie, van start gaat. Veel voorkomende problemen waarbij vroegsignalering van belang is, zijn bijvoorbeeld een achteruitgang van de fysieke conditie, een afname van bewegingsactiviteiten, of angst om te vallen.

Deelnemers aan een GWZ-team geven aan dat het werken vanuit een goed netwerk een grote meerwaarde is. Het stimuleren van cliënten om meer te bewegen, waardoor de kans op kwetsbaarheid vermindert, kan met GWZ concreet worden gemaakt. Een deelnemer aan de training verwoordde het zo: “Ik kijk nu anders naar een cliënt met een chronische aandoening. Het gaat niet om het voorkomen en accepteren van achteruitgang, maar om het boeken van vooruitgang. En de cliënt helpen er zoveel mogelijk uit te halen.”

Wij ondersteunen de implementatie van deze bottom-up werkwijze door middel van trainingen op het gebied van vroegsignalering en het opzetten van de multidisciplinaire GWZ-samenwerking. Ook begeleiden wij alle meewerkende partijen bij het opzetten van deze samenwerking, tot en met de implementatie van de samenwerking in de dagelijkse zorg in de wijk.