Thema's Geïntegreerde Wijkzorg

GWZ en bewegen

Voldoende bewegen wordt steeds meer als voorwaarde gezien voor een lichamelijk én geestelijk gezond leven. Ook voor de oudere thuiswonende cliënt is het belangrijk om voldoende, dat wil zeggen minimaal 150 minuten per week matig intensief en verdeeld over meerdere dagen, te bewegen. Meer bewegen vermindert de kans op functionele beperkingen en op vallen. Maar ook wordt de kans ermee vergroot om langer zelfredzaam te blijven. Daarnaast zijn van bewegen positieve invloeden/effecten bekend met betrekking op het risico van het ontstaan van cognitieve beperkingen en andere chronische aandoeningen, zoals darm- en borstkanker, osteoporose, diabetes en hart- en vaatziekten. Tot slot zorgt bewegen ervoor dat mensen beter en meer sociaal contact onderhouden (Bron: de Plus van Bewegen voor Ouderen, 2017). Voldoende bewegen zou dan ook een van de gezamenlijke zorgdoelen bij elke cliënt van een wijkzorgteam moeten zijn. Door de inzet van GWZ kan het formuleren en uitvoeren van het zorgdoel ‘Voldoende Bewegen’ voor elke cliënt worden gerealiseerd.

GWZ en Advanced Care Planning (ACP)

Binnen GWZ is veel aandacht voor ACP, het anticiperen op toekomstige zorgsituaties. Dit betreft de wensen en voorkeuren van de cliënt en de mantelzorger(s) en wat de uitgebreide mogelijkheden zijn die het GWZ-team kan bieden om hieraan een bijdrage te leveren.

GWZ en Zorgtechnologie

Ergotherapie is een logische partner om te kijken naar optimale technologische oplossingen waardoor het dagelijks handelen mogelijk blijft. Binnen de fysiotherapie wordt steeds meer gebruik gemaakt van exergames, die de gezondheid of de balans kunnen bevorderen of kwetsbaarheid verminderen.

GWZ en grenzen aan de zorg

Bij geïntegreerde wijkzorgteams kunnen vragen neergelegd worden rondom de houdbaarheid van de thuissituatie om uitsluitsel te geven over de vraag: kan het thuis nog of kan het thuis weer en zo ja, wat is er nodig om de thuissituatie te handhaven?

GWZ en zorg buitenshuis

In veel gevallen waarin een cliënt tijdelijk niet thuis kan zijn (bijvoorbeeld door overbelasting van de mantelzorger of tijdelijke beperking zoals een gebroken heup of door afnemende functionele vaardigheden) kan het nodig zijn dat een cliënt tijdelijk uit huis wordt geplaatst, bijvoorbeeld naar een voorziening in de wijk van de cliënt. Deze tussentijdse oplossing wordt in Nederland op verschillende plekken en manieren aangeboden. Daarbij wordt de zorg vaak geleverd door de zorginstantie die de tijdelijke plek aanbiedt. Het is beter voor de cliënt wanneer op deze tussentijdse zorglocatie de zorg wordt voortgezet door hetzelfde GWZ-team dat de zorg in de thuissituatie heeft geleverd, of waarvan duidelijk is dat dit team de zorg weer gaat leveren, na thuiskomst van de cliënt. De betrokken (in)formele zorgverleners in de 1ste lijn beschikken over de meest actuele, relevante en brede informatie over de cliënt en de thuissituatie.